In de achtste eeuw, ten tijde van Karel de Grote, zijn in onze streek veel parochies gesticht. De naam Herten wordt voor het eerst in 968 vermeld. Een parochie vormde naast een geestelijke, vooral een sociaal-economische gemeenschap. De landheer stichtte een kerk en de daarbij gevestigde horigen dienden een bijdrage te leveren voor het onderhoud van een priester.
In 1147 wordt melding gemaakt van een schenking, die bestemd was voor het onderhoud van een priester in Herten. Mogelijk hebben ook de heren van Mereheym een rol gespeeld bij de stichting van de parochie Herten. Het is bekend dat kerken toegewijd aan St. Michaël behoren tot de oudere stichtingen. De strijdbare figuur van de aartsengel Michaël was bij de oude riddergeslachten zeer geliefd en werd dikwijls als beschermheilige gekozen. Het is zo goed als zeker dat het christelijk geloof in Herten is gebracht vanuit het door St. Willibrord gestichte klooster te Susteren.
Kerkelijk behoorde Herten tot het landdekenaat Susteren in het bisdom Luik. Een nauwe band heeft de parochie Herten eeuwenlang verbonden met de Munsterabdij te Roermond. De abdij bezat uitgestrekte landerijen in Herten en had ook het recht verworven om een nieuwe pastoor bij de bisschop van Luik voor te dragen. Als zodanig vinden wij in 1259 als eerste een zekere magister Daniël vermeld. Wij zien dan ook dat eeuwenlang vele pastoors van Herten afkomstig zijn uit aanzienlijke Roermondse families, die blijkbaar goede betrekkingen met de Munsterabdij onderhielden.
Steeds hebben de pastoors voor- en tegenspoed met parochianen gedeeld. In de jaren 1577-1578 werd Herten grotendeels door soldaten verwoest. In 1758 trokken Pruisische troepen dwars door het te velde staande gewas en werd ook de pastorie geplunderd. Bij de komst van de Fransen in de jaren 1792-1794 werd het nog erger. Pastoor Borret vermeldt o.a. in een nagelaten kroniek: “de kerken werden gesloten, veel priesters vervolgd en verbannen, de parochie werd geplunderd en de pastorie in beslag genomen. De pastoor werd aan allerlei vernederingen blootgesteld. Toen hij weigerde de eed van haat tegen het Koningschap af te leggen moest hij vluchten. In het geheim keerde hij herhaalde malen terug om zijn parochianen bij te staan”. Nadat Napoleon in 1801 met de Paus een concordaat had gesloten werden de betrekkingen tussen Kerk en Staat aanzienlijk verbeterd. In 1803 telde Herten 531 parochianen, waaraan toen de parochianen van Roer, voordien bij St. Odiliënberg behorend, werden toegevoegd.
In 1853 werd de kerkelijke hiërarchie in Nederland hersteld. Herten gaat bij het bisdom Roermond behoren. Een opmerkelijke pastoor vinden wij in de persoon van Henricus Lom. Hij was ook hoofdredacteur van de katholieke Maas-en Roerbode. In deze functie is hij meer dan 25 jaar op heftige wijze ten strijde getrokken tegen zijn liberale en anticlericale opponenten in stad en gewest. Uit een nagelaten dagboek, dat loopt over de jaren 1873-1881, blijkt dat hij de moeilijkheden in de parochie niet uit de weg ging. Enkele wat al te vrijmoedige parochianen bestempelde hij openlijk als vrij-metselaars. Toch was hij met het wel en wee van zijn parochie zeer begaan. Bij de watersnood in 1880 organiseerde hij de hulp voor de zwaar getroffenen. Vele jaren ijverde hij voor een nieuwe kerk die in 1883 tot stand kwam.
In 1878 werd kapelaan Drehmanns in Herten benoemd die niet minder dan 56 jaar in Herten zou blijven: tot 1897 als kapelaan en daarna als pastoor tot 1934. Tijdens de Tweede Wereldoorlog was pastoor Körner in Herten, die vijf jaar lang het oorlogsleed met zijn parochianen deelde. Vele inwoners kwamen om door oorlogsgeweld. In de winter van 1945 werd de kerk verwoest en zag pastoor zich gedwongen om met een groot deel van zijn parochianen een barre evacuatie-tocht naar de noordelijke provincies te maken. Herten werd vrijwel verwoest.
De bouw van de huidige kerk werd door pastoor Geraets ter hand genomen. Deze nieuwbouw vergde grote financiële offers van de toch al zwaar getroffen bevolking. Maar vanaf 1954 kan de parochie weer over een fraaie kerk beschikken, ontworpen door architect Valk uit Den Bosch.
In de vroege ochtend van 13 april 1992 werd Limburg opgeschrikt door een aardbeving, die veel schade aanrichtte. Ook ons kerkgebouw werd getroffen. Met name de gewelven in het transept aan de kerkhofzijde, het priesterkoor en de toren werden ontzet. Ook het monumentale raam van Charles Eyck in de toren liep grote schade op. Nadat Herten rond de kerstdagen van 1993 ook nog geteisterd werd door de watersnood, kon op 10 januari 1994 toch begonnen worden met de renovatie, welke in het najaar zijn voltooiing kreeg. De glas-in-lood ramen in de absis van het priesterkoor (Charles Eyck) werden in 2002 gerestaureerd. In 2003 werd de kerk, mede dankzij vele sponsoren, voorzien van nieuwe schijnwerpers, zodat ook in de avond- en nachtelijke uren de kerk van heinde en ver te bewonderen is. In oktober 2004 werd het vijftigjarig jubileum van het kerkgebouw gevierd.